Ik zet voet in het Rietveldgebouw voor de afstudeerexpositie van ArtEZ Arnhem samen met een vriendin die eigenlijk nooit naar kunst kijkt. Opmerkingen als ‘dit zou ik ook nog wel kunnen, dus dit werk is slecht’ en ‘ik vind dit lelijk, want er is weinig tijd aan besteed’ ontglipen af en toe haar mond. Ik laat me niet zomaar van mijn stuk brengen. Integendeel, een expositie bezoeken met iemand die geen geboren kunstliefhebber is, heeft iets puurs. Wat moet een werk hebben om iemand die niet vaak een museum bezoekt, te grijpen?
Drie kunstwerken van al die honderden eindexamenwerken vallen het meeste op, ieder gemaakt door een student van de Fine Art/BEAR afdeling.
Valentina Gal
‘Dit is de publieksfavoriet’, zegt een jongen bijna afkeurend tegen zijn gezelschap bij de video-installatie van Valentina Gal. Ik strijk neer op de zachte bekleding van de banken en laat me meevoeren met de pluizige gedaante op het gigantische scherm. De sensuele bewegingen op het beeld doen denken aan de ontmaagding waarvan iedereen droomt, maar nooit realiteit wordt. Het publiek bij een eindexamenexpositie ziet in één middag de werken van honderden studenten, toch weet Gal maar al te goed hoe zij een plek kan bemachtigen in ieders herinnering, ook bij hen die niet vaak naar een museum gaan. Ik zie hoe het geanimeerde beeld abrupt wordt vervangen voor de close-up van een drinkende hond. Haar werk schreeuwt, trekt de aandacht en valt op, en dat is heerlijk op een expositie met meer dan honderden kunstwerken.


Domas van Wijk
Bij het werk van Domas van Wijk kom ik ogen tekort. Zijn installatie is een kinderfeestje waar mijn ouders me liever niet naartoe zouden laten gaan, maar waar ik maar al te graag voor uitgenodigd zou worden. Het lijkt geïnspireerd te zijn op Der Lauf der Dinge, een kettingreactie van kunstenaarsduo Fischli en Weiss, waarbij bewegingen en handelingen op elkaar volgen. Door het combineren van ongebruikelijke objecten als een wulps hondenspeeltje, een piepende valentijnskaart en een ontdooiende vriezer, maakt Van Wijk zijn werk spannend en speels. Mijn vriendin is voor het eerst die dag even stil. Na minutenlang ademloos gekeken te hebben, sprak zij: ‘Een rotzooi. Maar wel een heel vette rotzooi.’

Willem de Haan
Mijn vriendin is moe. We worden uitgezwaaid door een koddige zeehond als we teruglopen naar de trein. De papier maché zeehond –waar klungelig een partytent overheen gezet is tegen de regen- blijkt later onderdeel te zijn van het afstudeerwerk van Willem de Haan. De Haan trekt zich niets aan van de muren van de academie en plaatst zijn twaalf werken in de publieke ruimte. Achterop een scooter wordt het publiek meegenomen naar zijn sculpturen en performances die onderdeel worden van het Arnhemse straatleven. Hét voertuig waar menig mens een hekel aan heeft, wordt nu de rode draad in een kunstwerk die iedere kunstliefhebber moet trotseren wil het de cynische, maar goed doordachte kunstwerken van De Haan bekijken.

