Kunstenaar Nelle Boer ontvangt me in zijn atelier in Zwolle. ‘Het is de stad waar kunst breedvoerig wordt gehaat, dus het is een oase van rust voor de kunstenaar’, aldus Boer. In 2014 ontstond er grote ophef toen bleek dat ‘media-Marokkaan’ Nizar Mourabit een alter ego bleek te zijn van Nelle Boer. Onder zijn pseudoniem schreef de kunstenaar verschillende opiniestukken over het leven als Marokkaanse burger in Nederland die door Het Parool, De Volkskrant en Trouw werden gepubliceerd, met de gedachte dat Mourabit echt bestond. Het aannemen van verschillende gedaanten - en dus identiteiten - is iets dat hij veelvuldig doet in zijn werk. Zijn atelier staat vol met schilderijen, sculpturen en foto’s die hij maakt wanneer hij verandert in een van zijn alter ego’s. ‘Alle dingen die je hier ziet zijn eigenlijk rekwisieten van mijn toneelstukken. Niet de werken, maar de alter ego’s zijn mijn kunst.’
Ellis Kat: ‘Hoe begon de voorliefde voor het aannemen van andere gedaanten?’
Nelle Boer: ‘Ik twijfel of ik dit wel moet vertellen.’
EK: ‘Waarom?’
NB: ‘Ergens denk ik dat dat mensen me nog raarder gaan vinden.’
Boer is even stil.
‘Maar goed, mijn eerste alter ego was een soort transgender. Ik was nog heel klein, een jaar of 8, toen andere kinderen tijdens het spelen vaak vroegen of ik een meisje of een jongen was. Meestal is zo’n vraag pijnlijk, maar ik vond het volgens mij wel interessant om iemand te zijn waar ik verschillende kanten mee op kon. Ik gaf op zo’n moment geen antwoord, ik liet het in het midden. Als kind speelde ik al met dit gegeven.'
EK: ‘Hoe was jouw jeugd verder?’
NB: ‘Ik kijk heel negatief terug op mijn jeugd. Ik kom uit een streng, heel streng, gereformeerd milieu. Het was een geïsoleerde gemeenschap, dus ik zocht een uitweg. Voor mij leek de kunst hét ultieme idee van wat vrijheid zou moeten zijn...
EK: ‘Ik hoor een zekere afgunst in deze uitspraak?
NB: ‘Ja, daarin ben ik namelijk teleurgesteld, zo vrij blijkt de kunst niet te zijn. De kunstwereld is een bouwwerk dat door de overheid bedacht is en in stand wordt gehouden. Ik mag in principe maken wat ik wil, maar de stap daarna, wanneer je je werk wil tonen aan een groot publiek, moet je aan bepaalde restricties voldoen.’
EK: ‘De kunstwereld als bouwwerk dat door de overheid is bedacht, licht dat eens toe?’
NB: ‘Elk toonaangevend kunstinstituut in Nederland wordt gesubsidieerd door de overheid en dat maakt hun invloed heel groot. Ook het Mondriaan Fonds is door de overheid aangesteld, dus zij bepalen als het ware hoe de hedendaagse kunst wordt vormgegeven. De kunst is niet vrij, maar wordt bepaald door regels en restricties die hogerop worden vastgesteld. Als kunstenaar kun je daar niet omheen werken. Of het echt zo is weet ik niet, maar dit is de indruk die ik krijg als kunstenaar zijnde.’
EK: ‘Heeft jouw strenge opvoeding invloed gehad op je werk als kunstenaar?’
NB: ‘Ja, in zekere zin wel. Ik beschouw mezelf als kunstenaar die volledig buiten de kunstwereld staat en nooit bij die wereld zou willen horen. Ik heb vroeger altijd bij een ‘clubje’, de gereformeerde Kerk, gehoord en daarom wil ik nu nooit meer onderdeel zijn van een groep. Dus ook niet bij de groep die de kunstwereld heet. Ik wil alles helemaal zelf doen. Door er een beetje vanaf te staan, kan ik me namelijk beter tot die wereld verhouden.
Vroeger was de gemeenschap hetgeen dat centraal stond, als individu stelde je niks voor: je was onderdeel van een groter geheel. Ik denk dat ik mede daarom niet goed heb kunnen leren om te onderzoeken waar ik zelf nou echt voor sta en hoe ik mijn ideeën moet uitdragen. Een andere identiteit aannemen is voor mij een manier om dat toch te doen, zonder mezelf te hoeven zijn.’

EK: ‘Je bent een tijd lang naar buiten getreden als Nizar Mourabit: je had een Twitter-account, mailadres, Facebook-account en de artikelen die je schreef, kwamen van zijn hand. Verloor je weleens de realiteit uit het oog?’
NB: ‘Bij dit alter ego raakte ik mezelf, Nelle Boer, bijna kwijt. Het balanceerde eigenlijk op het randje van wat nog geestelijk gezond is. Het is me bij dit alter ego gelukt om mezelf écht te vergeten. Ik schrok daar wel van. Dit was voor mij een grote reden om het openbaar te maken via een interview met de Correspondent[1].’
EK: ‘Op welke manier uitte zich dat?’
NB: ‘Op een gegeven moment had ik de gedachte ‘waarom nog terug naar Nelle Boer?’ Nizar was veel interessanter dan ik. In zijn mailbox stonden interessante berichten, zijn Twitter-account kreeg bijzondere vragen en hij werd uitgenodigd voor televisieprogramma’s. Op mijn eigen social media was er radiostilte en toen werd het wel heel verleidelijk om continu Nizar te zijn. Ik vond het heel bijzonder om invloed te hebben op het debat over Marokkaanse Nederlanders: mijn mening had impact.’
EK: ‘Maar die mening was verzonnen. Je hebt nooit kunnen weten hoe het écht is om een Marokkaanse Nederlander te zijn, simpelweg omdat je als blanke Nederlandse man bent opgegroeid. Is het dan wel ethisch oké om op die manier met identiteiten en dus ook andere culturen en aannames spelen?’
NB: ‘Ik heb alter ego’s gehad die uit Tsjechië, Duitsland of Amerika kwamen, maar bij hen speelde mijn afkomst voor anderen nooit een rol. Bij Nizar wel. Ik ben van mening dat kunst maken met een Marokkaan in de hoofdrol niet verboden terrein is. Ik neem de andere rol aan, dus ik sta erachter. Het kunstwerk ‘Nizar’ kon in mijn optiek alleen worden gemaakt door de rol van een Marokkaans Nederlandse burger aan te nemen. Dat anderen dit onethisch vinden, is aan hen.’
EK: Je zoekt het nu erg buiten jezelf. Zou je niet zelf de verantwoordelijkheid kunnen nemen?
NB: ‘Ik heb als Nizar zo’n twaalf columns geschreven. Ik vind het de verantwoordelijkheid van de media en het publiek dat zij zich bewust zijn van de informatie die zij ontvangen en voor waar aannemen. Zij wilden zo graag dat geluid horen, dat ze verblind raakten.’

EK: ‘Welk alter ego heeft op dit moment je aandacht?’
NB: ‘Dit weet eigenlijk niemand nog, maar ik ben momenteel bezig met een jonge kunstenaar. Vijfen- nee, hij is vorige week zesentwintig geworden. Zijn werk hangt hier aan de muur.’
Boer wijst naar vier kunstwerken aan de muur. Het zijn met vormen van dikke lagen pigment, die door de hoeveelheid verf bijna sculpturaal worden.
‘Hij is opgegroeid in Amerika, waar hij van zijn Nederlandse ouders de liefde voor kunst heeft meegekregen. Toen hij naar Nederland ging om zijn roots op te zoeken, is hij blijven plakken in Amsterdam. Hij heeft als droom om een beroemde kunstenaar te worden. Art Rotterdam, Stedelijk Museum of MoMa: de wereld ligt voor hem open.’
EK: ‘Hoe heet je alter ego?’
NB: ‘Zijn naam is Pascal van Eerden. Hij spreekt nog gebrekkig Nederlands, dus als hij iets plaatst op Facebook, moet ik heel erg goed nadenken hoe een Amerikaan die Nederlands probeert te leren, zal schrijven. Alle 925 Facebookvrienden van Pascal zijn met hem ‘bevriend’, zonder hem ooit te hebben ontmoet. Toen hij vorige week allemaal virtuele felicitaties kreeg, voelde ik mezelf ook een beetje jarig.’
EK: ‘In hoeverre zitten er karaktereigenschappen van jezelf verstopt in Pascal van Eerden?’
NB: ‘Ik probeer de idealistische, naïeve versie van mij - toen ik nog een beetje aan de kunstwereld begon - te laten herleven. Elementen uit mijn eigen leven heb ik in zijn identiteit gestopt. Ik was ook ontzettend naïef aan het begin van mijn carrière als kunstenaar, inmiddels niet meer. Pascal is van mening: ‘als mijn werk goed is, dan kom ik er wel’. Ik ben zelf bang dat het uiteindelijk niet zo werkt.’
EK: ‘Hoe werkt het dan wel?’
NB: ‘Het is toch de bedoeling dat je ‘leuk meedoet met de rest’ en je gezicht laat zien op openingen en borrels. Het is belangrijk om een netwerk te hebben en vrienden om je heen te verzamelen. Netwerken is bijna belangrijker dan de kunst die je maakt.
EK: ‘Dat is een vrij banale, cliché opvatting van hoe de kunstwereld eruit ziet. Zeg je dit uit onvrede omdat het bij jezelf misschien niet goed genoeg gelukt is om een succesvol kunstenaar te zijn binnen die wereld?’
NB: ‘Het gekke is, ik beschouw mezelf wel als succesvol, maar niet binnen die kunstwereld. En ja, die wereld zie ik als een groot netwerkbolwerk en daar wil ik gewoon echt geen onderdeel van zijn.’

EK: ‘In hoeverre is Pascal een manier om te vluchten voor Nelle?’
NB: ‘Op een bepaalde manier heb ik wel heimwee naar de tijd dat ik nog zo dacht als Pascal. Soms zou ik wel terug willen naar de naïeve Nelle.
EK: ‘De Naïeve Nelle?’
Ja Nelle de kunstenaar die nog spontaan was. Ik vind het jammer dat ik nu voortdurend zo berekenend bezig ben, ook al vind ik de dingen die ik nu maak en schrijf beter dan toen.
EK: ‘Heb je je alter ego dan echt nodig om die spontaniteit terug te vinden?’
NB: ‘Ja. Pascal is voor mij een manier om het allemaal nog eens te proberen. Nelle Boer heeft teveel kennis en bagage om nog naïef te kunnen zijn.’
EK: ‘Zou je dezelfde werken als Pascal kunnen maken, wanneer je Nelle Boer bent?’
NB: ‘Als ik werk maak als Nelle Boer, gaat het vaak óver kunst, het moet kritisch zijn. Als je mij nu vraagt om een schilderij te maken, moet ik bij wijze van spreken eerst een pruik opzetten voordat dat lukt. Ik denk gewoon teveel na.’
EK: ‘Waar ben je bang voor?’
NB: ‘Ik weet het niet. Het lukt gewoon niet. Heel gek. Er moet gewoon altijd een groter plan zijn. Kunst moet een verhaal hebben.’
EK: ‘Is het verhaal van Nelle Boer niet interessant genoeg?’
NB: ‘Ik denk te veel na. Om ‘lekker te kunnen maken’ moet ik me gewoon als iemand anders voordoen. Het werk dat nu aan de muur hangt, is gemaakt door Pascal, dat had Nelle niet gekund. Nelle ziet hier het nut gewoon niet van in. Met alle beelden die we vandaag de dag op ons afgevuurd krijgen, is ‘een leuk schilderij’ niet meer genoeg om van belang te zijn.’
EK: ‘Ben je bang dat anderen je oppervlakkig vinden als je onder je eigen naam naar buiten zou treden met vooral esthetisch werk?’
NB: ‘Hier heb ik eerlijk gezegd nog nooit over nagedacht, maar, ja, in theorie zou het kunnen.’
EK: ‘Dit is voor het eerst dat je openbaar maakt dat jij achter de kunstenaar Pascal van Eerden zit. Denk je dat deze openbaring zijn carrière in de weg zal staan?’
NB: ‘Dat wordt inderdaad heel spannend. Het zou kunnen dat hij na dit artikel sterft. ‘Daar komt weer een alter ego van Nelle Boer’, denken de mensen dan. Dan is het ergens bewezen dat niet zijn werk, maar toch zijn naam hetgeen is waar het om draait in de kunstwereld.
EK: ‘Is het wel mogelijk voor de buitenwereld om Pascal als naïeve kunstenaar te blijven zien, wanneer ze na de publicatie van dit interview weten dat Nelle Boer erachter zit?
NB: Boer is even stil. ‘Kunnen we dit interview nog wissen?’
Hij lacht zenuwachtig.
‘Nee, het is een soort spel dat ik speel. Ik ga er op dit moment open in en zie wel wat er gebeurt. Mensen moeten mij niet associëren met Pascal. We zijn twee verschillende personen. Dat hoop ik, althans...’
[1] https://decorrespondent.nl/1935/zo-word-je-een-veelgevraagde-mediamarokk...